Verslag poll "Tilthermometer"

1. Tilthermometer als bruikbare methode
De invullers van de poll zijn het er over eens, de Tilthermometer is een bruikbare methode om een risicoanalyse uit te voeren. Toch is er meer nodig dan alleen een risicoanalyse. Een deel geeft dan ook aan dat de tool slechts een aanvulling is op of past binnen een ruimer beleid.

De methode wordt zeker niet door iedereen gebruikt in praktijk, de meerderheid doet eigenlijk geen echte risicoanalyse. Wel ligt er een sterke focus op de filosofie om de patiënt zoveel mogelijk zijn restcapaciteiten te laten gebruiken. Dit vraagt een inschatting van de situatie aan het bed van de patiënt, een soort LMRA (last minute risico analyse). Men bepaalt ter plekke wat de patiënt nog kan en beslist op basis daarvan de nodige hulpmiddelen.

De tilthermometer gaat meer systematisch te werk en legt afspraken voor alle collega’s op voorhand vast. Het komt neer op het vooraf indelen van patiënten in mobiliteitsklassen en op basis daarvan de gewenste hulpmiddelen en technieken te bepalen die iedereen dan toepast. Dat is zeker nog geen standaard in Vlaanderen, hoewel er toch instellingen zijn die hier al bewust mee omgaan...

De uitdaging blijft om de Tilthermometer snel te updaten. Bij een locomotorisch letsel kan men heel snel revalideren en aan capaciteit winnen. De mobiliteit van de patiënt verandert dan ook snel, de Tilthermometer moet volgen... Een LMRA doet dat automatisch, maar veronderstelt dat elke verzorgende even goed situaties kan inschatten en die moeite doet...

2. Hulpmiddelen vormen de basis
De Tilthermometer is sterk gericht op hulpmiddelen. In functie van de mobiliteitsklasse of wat de patiënt nog kan, worden de vereiste hulpmiddelen bepaald. Het al dan niet gebruiken ervan, wordt afgevinkt in de methode. Vanaf een half-passieve patiënt schrijft de Tilthermometer een glijzeil voor om een patiënt binnen het bed te verplaatsen. Een minderheid van de invullers gaat met deze stelling akkoord. Wel zijn ze er het allemaal over eens dat de capaciteiten van de patiënt bepalend zijn. De filosofie van standaarden is in Vlaanderen niet ingeburgerd.

In Nederland is de achterliggende onderbouwing een biomechanische grenswaarde. De vereiste trekkracht is te groot. In Vlaanderen blijkt men de situatie geval per geval in te schatten. Op zich is dat niet fout, maar dat maakt het moeilijker om standaarden af te spreken. In Nederland kent men de praktijkrichtlijnen, die eveneens gedragen worden door de inspectie. Iedereen spreekt een gemeenschappelijke taal en dat laat weinig ruimte voor discussie of interpretatie. Een hoog-laag bed, steunkousslides, hoog-laag bad, enz... zijn standaard. In de poll was dat ook zo voor het hoog-laag bed, maar niet voor de andere hulpmiddelen. De consensus zal waarschijnlijk liggen in een combinatie van standaarden en een specifieke beoordeling aan het bed.

3. Evenwicht tussen volledig en overzichtelijk
In een ergonomiebeleid zijn de overlegorganen belangrijk om aandacht te hebben voor de fysieke belasting van de verzorgenden. Overleg dient er te zijn op het niveau van de afdeling (aanspreekpunten) en op het niveau van directie (beslissers). Dit zorgt voor een draagvlak. Enerzijds moet men de collega-verpleegkundigen mee hebben om de filosofie toe te passen, anderzijds moet de directie het belang inzien van een goed ontwerp en de aankoop van gepaste hulpmiddelen.

In Nederland worden een aantal van deze beleidsmatige aspecten geëvalueerd in de Beleidsspiegel. Een suggestie die naar voor kwam, is om de Tilthermomter te verruimen met deze aspecten. Tegelijk komt de bedenking dat men niet alles in één methode moet willen steken. Een beleid omvat acties op het niveau van ontwerp, risicoanalyse en technieken. Deze moet men misschien apart bekijken en de Tilthermometer is dan specifiek voor de risicoanalyse bedoeld. Ontwerprichtlijnen hoeven niet afgetoetst te worden, aldus de invullers van de poll. Het kiezen van het gepaste hulpmiddel en techniek (last minute beoordeling) hoort dan ook eerder bij het niveau technieken. De risicoanalyse beoordeelt of de hulpmiddelen er zijn, los van het correct gebruik ervan... Dat is ook de insteek van de Tilthermometer.

4. Thuiszorg, een vak apart...
Een specifieke situatie is de thuiszorg. Er blijft een weerstand bij de zorgvrager om de gepaste hulpmiddelen aan te schaffen of te huren. In deze sector dient dus ook de zorgvrager zelf overtuigd te worden. Dat begint echter met een consensus onder zorggevers. De ene zorgverlener neemt de tillift mee van haar werkgever om de patiënt correct te verplaatsen, de andere zorgverlener doet dit niet. Dat komt verwarrend over voor de patiënt. Het kan dus blijkbaar toch zonder tillift, dus waarom een tillift huren of een glijzeil aanschaffen...

Het zou veel duidelijker communiceren naar de zorgvrager toe, wanneer er duidelijke bepalingen zijn over wat een aanvaardbare belasting is of niet. Dat sluit aan met de Nederlandse praktijkrichtlijnen. Er zijn een aantal minimum afspraken, vanaf een half-passieve patiënt steeds een glijzeil gebruiken. Dat sluit niet uit dat men de patiënt steeds nog zoveel mogelijk zelf kan laten doen.

In juli zal de werkgroep zorg zich buigen over een Vlaamse versie van de Tilthermometer. Een grote dank aan de invullers van de poll. Dit was alvast zinvolle input om verder mee aan de slag te gaan: standaarden met ruimte voor een sitatiespecifieke beoordeling, met ook aandacht voor de thuiszorg.

Nieuws

eUlift slotevent

eUlift is een innovatief concept om de mobiliteit van de patiënten te evalueren en correcte verplaatsingstechnieken aan te leren via 3D-animaties. Resultaat van dit Europees onderzoeksproject is de innovatieve app eUlift, ontwikkeld voor zorgverlenders. De interactieve app gericht op ergonomie...
Read more

Verslag Ergoday industrie 2019

De Ergoday industrie pakte last minute uit met een nieuw programma rond praktische cases in de ergonomie en een intervisie rond exoskeletten. Dat leverde een inspirerende studiedag met veel interactie en gedachtenwisseling. En de nieuwe KIM tools dan? Die raakten niet tijdig gepubliceerd, maar op...
Read more

Verslag Navormingscongres PVI

Het Navormingscongres van het PVI is een vaste waarde voor preventieadviseurs om zich bij te scholen. Het Provinciaal Veiligheidsinstituut van Antwerpen had op hun tweedaags congres ook aandacht voor ergonomie. VerV werd gevraagd om de praktijkrichtlijn rond kantoorinrichting toe te...
Read more

Portret René Mol

Om zicht te krijgen wie onze leden zijn en wat hen drijft, laten we elke nieuwsbrief iemand aan het woord. Deze keer is het de beurt aan René Mol, adviseur ergonomie. Benieuwd naar zijn ervaringen en kijk op de ergonomie!     1. Wie ben je, waar werk je, wat doe je? Mijn naam...
Read more

Portret Evert Zinzen

Om te weten wie onze leden zijn en wat hen drijft, laten we elke maand een lid aan het woord. Deze keer is het de beurt aan Evert Zinzen, professor bewegingswetenschappen aan de VUB. Benieuwd naar zijn ervaringen en kijk op ergonomie... 1. Wie ben je, waar werk je, wat doe je?  Mijn naam is...
Read more

Verslag Ergoday kantoor: WELL Building Standard

Op 3 april was VerV te gast in het WTC gebouw te Utrecht. Dit gebouw beantwoordt immers aan de "WELL Building Standard" die concrete criteria voor gezonde gebouwen omschrijft. In een workshop werden de zeven aspecten van een gezond gebouw toegelicht en geïllustreerd met praktijkvoorbeelden. Daarna...
Read more

VerV op Worksafe beurs 2019

De Worksafe beurs te Antwerpen mocht meer dan 2500 bezoekers ontvangen. Om op de hoogte te blijven van nieuwe technologieën binnen welzijn verzamelden ze meer dan 100 exposanten en organiseerden ze 18 masterclasses. Voor VerV kwamen Brenda Vanmontfort (Premed) en Mathias De Waele (CLB) aan het...
Read more

Ergonomie op studiedag VVVB

De Vlaamse Vereniging voor Verpleegkundigen in de Bedrijfszorg hielden de voorbije maand hun jaarlijks congres met als thema "Oog voor detail voor... welzijn op het werk". Vanuit VerV was er een bijdrage over kantoorergonomie door Stephan Tomlow. In zijn lezing gaf hij alternatieven om minder te...
Read more

Ergonomische klachten meest voorkomende beroepsziekten

Fedris, het Federaal Agentschap voor beroepsrisico’, publiceerde zijn statistieken van 2017. Er waren 9087 aanvragen voor een erkenning van een beroepsziekte. De top drie wordt ingenomen door ergonomische klachten. Tendinopathieën aan de bovenste ledematen: 33% Rugpijn met druk op zenuw door het...
Read more

VerV op Laborama - Het ergonomisch labo

Op de Laborama beurs waren er ook enkele inhoudelijke sessies rond welzijn op het werk. Op vlak van ergonomie gaf Hans Op het Eyndt (IDEWE) een uiteenzetting rond het ergonomisch laboratorium. Het werken met de microscoop en pipetteren worden concreet toegelicht. Ontdek hier de informatie op...
Read more